10 stappen om een crisis met je kind te voorkomen

“NU, EVEN NIET!”

Die momenten dat je haast hebt, door het winkelcentrum loopt of in een winkel staat. Of dat je de auto in moet, naar school moet of juist ergens weggaat.

We hebben een schema. De kinderen volgen. Dat gaat goed. Totdat je kind ineens tegenstribbelt. En we direct denken “niet nu!” Vaak nemen we dan niet de tijd om te checken wat er gebeurt. Omdat we de tijd niet hebben. Simpel.

Dat kan echt anders

Weet ik nu. 5 minuten oprechte aandacht aan je kind, scheelt je namelijk zeeën van ‘drama’ tijd en inspanning daarna. Hoe moeilijk ik het soms vind om te doen.

Hieronder de 10 stappen: om met een druk schema toch ruimte te geven aan een probleem van je kind, zonder dat jij gesjeesd aankomt bij je afspraak.

 1. Blijf rustig

Is er geen levensbedreigende situatie? Laat dan je schema of frustratie een paar minuten los. Ik weet, dit lijkt soms onmogelijk. Adem bijvoorbeeld 5x diep in door je neus en langzaam uit door je mond. Kijk even weg als dat helpt/kan.

“Gun jezelf de tijd om je te herpakken en stap dan weer de situatie in”.

Realiseer je dat jouw eigen gedrag hèt voorbeeld is voor je kinderen.

 

2. Vat het niet persoonlijk op

Onthoud: “je kind doet dit niet puur om jou dwars te zitten.“ Vooral jonge kinderen, maar ook pubers, reageren volledig vanuit het gevoel dat ze overvalt. Het neemt tijdelijk ‘bezit’ van ze. Ze worden volledig opgezogen in de boosheid, het verdriet, de angst of het enthousiasme.

“Al willen ze naar je luisteren, ze het kunnen het simpelweg niet.” Je kind heeft jou nodig om effectief te leren omgaan met dit moment en dat overweldigende gevoel.

Hoe?
Benoem wat jij hoort en ziet bij je kind: “jeetje, jij bent echt boos, verdrietig, enthousiast, of bang, hè?”

Door er hè, achter te zetten laat je de ruimte voor je kind om jouw beschrijving te weerleggen: “Jeetje, jij bent echt boos hè? “NEEHEE”. Ben je verdrietig? “JAAAaa”.

3. Van wie is het probleem?

Stel jezelf de vraag: heb ik een probleem? Of is het een probleem van mijn kind? En reageer ik daar alleen op? Belangrijke vragen, die bepalen hoe je de rest van de situatie insteekt.

  1. Als jij een eigen probleem hebt, dan moet jij daar iets mee.
  2. Voel je de ogen en oordelen van vreemden in je rug? Laat dit los. Dat is verspilde energie en het probleem van die ander.
  3. Heeft je kind een probleem? Ook als ze iets willen dat van jou niet kan of mag. Respecteer dan dat het probleem niet van jou is.

4. Laat het probleem bij de eigenaar

Heb jij een probleem? Neem dit moment om jouw probleem uit te leggen. Zonder je kind jouw probleem te maken: “omdat jij zo vervelend bent”. Dat is je probleem niet. Jouw probleem is dat je op tijd wilt komen of dat je nu iets moet doen. Wees eerlijk en open over jouw gevoel hierin.

 

Heeft je kind een probleem? Trek dan niet jouw conclusie over de situatie, geef je kind niet jouw oplossing en kom niet direct in actie. Doe je dat wel, dan neem je jouw kind zijn probleem af. En stuur je ze de boodschap “ik los het wel op, dat kun jij niet zelf.” Of “jouw gevoel/behoefte is niet belangrijk.”

“Zie dit als een moment om je kind te leren om te gaan met zijn gevoel.
En om zelf oplossingen te vinden voor zijn problemen.”

Bedenk hoe irritant jij het vindt als iemand anders ‘jouw’ problemen ongevraagd oplost.

5. Wat is het probleem?

Wees je bewust van het feit dat je informatie gemist kan hebben. Omdat:

  1. je er niet bij was (fysiek of met je gedachten)
  2. je op een andere hoogte de wereld bekijkt (kleine kids)
  3. of omdat je de omgeving anders interpreteert (pubers)

Zorg daarom dat je op ooghoogte van je kind (zodat je echt contact hebt) de volgende vraag stelt:

  1. “Wat gebeurt er nu?”

(jonge kinderen leven in het moment, pubers denken niet in consequenties)

  1. ‘Hoe komt het dat je nu huilt/schreeuwt/niet verder wilt lopen?”

Vermijd de ‘waarom’ vraag bij kinderen. Die is nog te groot en te ingewikkeld. Wij weten als volwassenen vaak niet eens waarom iets is zoals het is.

Houd na je vraag even je mond. Luister oprecht naar het antwoord.

“Luisteren. Klinkt simpel en is tegelijkertijd zo ingewikkeld soms”.

 

6. Luister actief

Ook al wil je nog zo graag laten weten wat jij van de hele situatie denkt en vindt. Geef je kind de gelegenheid om te vertellen/aan te geven wat er speelt. Luister met je volle aandacht.

Probeer de kern van het probleem en het gevoel van je kind te vinden, door soms te checken wat je van je kind hoort en ziet. “dus je bent boos omdat…?” Jij wilde dat…, klopt dat? Dus je had graag eerst nog…?”

Zorg dat je jouw check altijd in vraagvorm teruggeeft. Dan laat je de opening aan je kind om je te corrigeren. “Nee, dat bedoel ik niet. Ik wil…” “Dus je wilt…?“ “Ja!” Anders klapt je kind misschien dicht en komt het probleem later opnieuw terug.

 

7. Geef jouw grens aan

Slaat of schopt je kind, schreeuwt het, maakt het iets kapot, geef dan aan dat ze met dit specifieke gedrag moeten stoppen.

Let op benoem puur het gedrag en niet het oordeel dat jij daar zelf aan hangt. Dus: “Ik wil niet dat je me slaat/schreeuwt”. En niet “jij bent stout/brutaal.” Of  alleen “stop daarmee.” Dat is te vaag: stop, waarmee?

Een jong kind kun je op de grond zetten. Of je verplaatst jezelf of de spullen, net buiten hun fysieke bereik. Voorkom reacties als: “doe niet zo hysterisch” of “stel je niet zo aan” of “doe even normaal, zeg”. Dat is te groot en te vaag. Het maakt je bovendien onveilig om kwetsbaar bij te zijn. Je kind klapt dicht en het probleem komt vaak later weer terug.

8. Schakel direct weer over naar actief luisteren

Je kunt je aandacht aangeven door: “ik wil graag naar je luisteren. Ik vind het belangrijk wat jij voelt”. Dit voelt misschien volledig tegennatuurlijk, want ook jij voelt van alles. En je kind heeft net geslagen/geschopt/geschreeuwd.

Weet: “je hoeft het op dit moment niet eens te zijn met de ander. Je geeft alleen aan dat je aandacht en respect hebt voor haar/zijn kant van het verhaal.”

Check dan weer in de vorm van een vraag of je het gevoel en probleem begrepen hebt. “Dus je …?”

9. Stuur een ik-boodschap

Is het een probleem van het kind, laat dan merken dat je ze hoort en ziet. Door iets te zeggen als:

  1. ik snap dat het vervelend/moeilijk/jammer is als je graag….wilt en dat niet kan.”
  2. je bent echt boos, omdat het niet lukt. Dat zie ik”.
  3. Ik kan me voorstellen dat je als dit en dit dacht en dat gebeurt niet, dat je dan teleurgesteld bent”.

Geef een knuffel of een kus en houdt verder je mond.

 

Of kies voor een positieve ik-boodschap:

  1. “Ik ben blij dat je me dit vertelt”.
  2. Ik vind het knap dat je mij kan uitleggen wat je voelt”.

Heb jij nu een probleem? Leg dan oprecht uit wat jij (ik) voelt, bij welk gedrag (zonder oordeel!) en welk tastbaar gevolg dit heeft voor jou (te laat komen.) “Ik wil opschieten en als jij nog gaat spelen dan ben ik bang dat we te laat komen en dan zit … op ons te wachten. Dat zou ik heel erg vinden”

10. Laat de oplossing bij de eigenaar

Je zult zien, soms is stap 1 t/m 9 voldoende voor kinderen om hun probleem op te lossen. Of hun gevoel de baas te worden.

In onze ogen met de meest bizarre oplossingen en zonder ‘het toch te krijgen’ of het verplichte ‘sorry’ zeggen. Soms huppelen ze gewoon verder. Of wat ouder, gaan ineens over op “weet je, gisteren had ik iets geks…”.

Dat is OK.
En onderdeel van het probleem bij de ander laten. Ook al is het niet de oplossing die jij zou kiezen. Doordat je jouw kind zelf zijn probleem laat bepalen EN oplossen, kan je kind dit ook als jij er niet bij bent. En voelt hij/zij zich vrij om zijn problemen met je te delen.

 

Dit vergroot het positieve zelfbeeld En het zelfvertrouwen van je kind.

 

11. Effectief helpen met oplossen

Soms komt je kind er niet zelf uit. Je kunt dan helpen. Voordat je hier aan begint, wacht 10 seconden en wacht dan nog een keer 10 seconden. Dan weet je zeker dat je niet te snel ingrijpt. Werk puur als adviseur door vragen te stellen.

  1. “wat heb jij nu nodig?”
  2. “kan ik iets voor je doen?”
  3. “hoe kunnen we dit nu aanpakken, denk je?”

En voor oudere kinderen: “Tsja, heb je een idee hoe je dit wilt oplossen?”

Als je merkt dat je kind niet (meer) openstaat voor deze oplossing brainstorm, laat het los. En kijk wat er gebeurt.

Doordat ik deze stappen nu volg en de problemen van mijn kinderen, van hun laat, word ik elke dag positief verrast. Ik hoef minder hard te werken en kan meer genieten. Mijn kinderen zitten goed in hun vel en nemen me in vertrouwen. Ook met een strak schema.

 

Meer weten?

Volg 21 april de workshop: Gelukkig, met vervelende kinderen!
(Nog 3 plekken vrij. inschrijven kan tot 20 april 23.59 uur!)
http://www.metpepergraag.nl/nl/diensten/ouders/workshop-ouders/

Waar we samen dieper ingaan op die momenten dat je geduld als ouder op de proef wordt gesteld. Die momenten dat je soms zo gefrustreerd en radeloos bent over je eigen kind, dat je er van schrikt. Hoe komt dat toch? Wat kun je er mee? Hoe ga je er effectief mee om?”
Met ruimte voor vragen over jouw specifieke situatie.

Zelf oefenen en vaardigheid opbouwen?

Schrijf je dan in voor de Master Mind Respectvol communiceren met je kind

Doe mee aan 24 uur kennis, vaardigheden en praktische tools.
En verbeter de relatie met je kinderen, structureel en vanuit vertrouwen.

Met minder hard werken, minder conflicten en meer genieten van je gezin.
Zonder dat je jezelf opzij hoeft te zetten.
http://www.metpepergraag.nl/nl/diensten/ouders/cursus-ouder-kind-effectief-communiceren/

Natuurlijk kun je ook een vrijblijvend gesprek aan vragen. Dit verplicht je tot niets.