Ho, ho, ho een beetje…

Met dat december gedoe. Vol van familie en oude mannen in rood.

Het begint al in november, dat gesodemieter. Zit ik net lekker in mijn schooljaar wordt mijn rust ruw verstoord.

Vanaf de zakken bruine noten in de supermarkt gaat ALLES over die mysterieuze, oude man. Die, op zijn eigen verjaardag nooit een cadeau krijgt. Al meer dan 1000 jaar. “Echt een verschrikkelijk, verdrietig verhaal”.
 
Dacht ik.
 
Maar er blijkt meer. Deze buitenlander komt per boot met een opengetrokken blik met vrienden aan, samen met miljoenen pakjes. Met daartussen een paar met MIJN naam! “Vet”.
 
Vanaf het moment dat ze arriveren, sluipen ze nachts je huis in. Wat blijkt? Volkomen normaal. Nou, ik slaap een stuk minder lekker. Zeker nu ik weet dat er MISSCHIEN iets in je schoen wordt gedaan. “Dat is dus niet zeker, he? Als je je bed ingaat!
 
Dag hoor, nachtrust”.
 
Echt, in elke vezel van mijn kinderlijf voel ik dat deze situatie niet normaal is. Er giert een goedje door me heen waar ik helemaal ‘hyperdepieper’ van wordt (zoals mama dat noemt). Ik kan mezelf dan niet meer stoppen. “Slopend”.
 
Dat nieuws elke dag? Maakt me rete-zenuwachtig. Want wat blijkt? Die vrienden zijn nogal een zootje ongeregeld. Dat nieuws houd ik dus nauwlettend in de gaten. Die oude man lijkt zich trouwens nooit zorgen te maken. “Effe jongens, is die man nog helemaal wijs?”
 
 
En die verjaardag? Die blijkt nog mijlenver weg. Dagen, weken moet je daar op wachten. En die spanning maar bouwen. Mocht je intussen die man met zijn schimmel ‘live’ tegenkomen? Dan moet je geheid op zijn schoot. Ook bij zijn stand-in. Ik wil het niet, ik ken de man niet, ik vind het veeeel te spannend. Maja, die cadeaus.
 
Elke andere dag van het jaar krijg je trouwens te horen dat je niet met vreemden mag praten en al helemaal geen eten of cadeaus van onbekenden mag aannemen. En dat het gevaarlijk is om zomaar iemand binnen te laten, die je niet kent. “Hoezo verwarrend?” Maar da’s weer wat anders.
 
 
Nou, dan is die verjaardag er. En zit ik op de hoogste top van mijn gierende spanning en dan komt die man ook nog langs! Of zijn vrienden. Of het lijkt dat ze er zijn, maar je ziet ze niet… CHIPS!
 
Man, man, man. Blij als dat gesodemieter weer voorbij is. Cadeaus in de pocket. Allemaal naar huis. Cold turkey afkicken. Want het is voorbij. Niet meer. Tot volgend jaar.
 
 
Net lekker ontspannen, moeten we alweer naar school. Knutselen aan kerstigheden, met nieuwe versiering en een boom. Die we thuis ook op gaan maken. En waar je dan wekenlang HELEMAAL niets meer van mag aanraken! Dat verterende verlangen alleen al, kost me dagelijks tonnen energie.
 
Papa en mama zijn inmiddels niet meer te genieten. Waarom, weet ik effe niet. Ik hoor alleen maar: “nu niet, dit moet af, geen tijd, te duur”. Niks geen relaxte pyjamadag, met z’n allen schaatsen of spelletjes samen.
 
Ik hoor nu vooral dat ik niet luister of niet opschiet. “Dat klopt, ik ben moe”. Maar daar lijkt nu geen ruimte voor, lees ik in de hand in de zij of de jas die ik wordt ingeduwd.
 
Dan hebben we nog sneeuw. Sneeuw, sneeuw, sneeuw! BALLENGEVEEEECHTT! Pardon, ik liet me even gaan.
 
 
Op naar het kerstdiner. Met school, welteverstaan. Hartstikke spannend om naar toe te gaan. Soms met daarvoor nog een optreden. Voor de HELE school. “Ga d’ maar aan staan”.
 
Dan eindelijk “vakantie! Yes, dat wordt feest”. Al zijn mijn ouders pas weer gezellig bij de oliebollen. Dus die tijd zit je zo goed mogelijk uit.
 
Net als we allemaal relaxen, is het feest alweer voorbij. Het was gaaf, met knallend vuurwerk, met zo’n 100.000 klapper erbij. Met het geluid, zoals voor ons de december maand voelt.
 
 
Dus lieve papa en mama: “weet, ook wij doen echt ons best. En als we fanatieke hyperdepiepers, vuurspuwers of brultoeter-apen worden, onthoud dan “dat doen we echt niet expres”.
 
We zijn net als jullie…(klik hier)