Hoe vol is jouw beker?

Ken je dat? Het ene moment kun je dat lawaai en die drukte prima aan, gezellig juist. Het andere moment wil je dat het NU ophoudt en wordt je er stapelgek van.

De situatie is precies hetzelfde. En toch ervaar je het anders. In de Gordon communicatie methode wordt dit fenomeen aangeduid met: ‘houd je beker vol’. Wat inhoudt dat je net als in het vliegtuig, eerst voor jezelf moet zorgen. Omdat je alleen met je eigen zuurstof masker op, er echt kunt zijn voor de ander. Als jouw beker leeg is, heb je niets om weg te geven. Je bent geïrriteerd, negatief en kunt bar weinig hebben van de mensen om je heen. Het moment dat we dan boos worden heeft vaak weinig te maken met het onderwerp van je boosheid. Het is jouw manier om aan te geven: “mijn beker is leeg”.

Hieronder 8 tips om die beker in elk geval voor de helft gevuld te houden.

1. Drink en eet elke dag voldoende
Als ouder merk je vaak dat aan het eind van de dag iedereen genoeg gegeten en gedronken heeft. Want duh, dat is belangrijk. Terwijl je zelf ongemerkt de hele dag ‘droog’ staat. Niet doen. Je suiker spiegel gaat schommelen, waardoor je gaat leven op suikers. Ook drinken is cruciaal. Je krijgt last van je spieren als je chronisch te weinig drinkt.

 

2. Zorg dat je voldoende slaap krijgt. 
Minimaal 6 uur slaap is gemiddeld en het liefst 8 uur. In de bekende ’tropenjaren’ of met zieke kids kan dit een uitdaging zijn. Vind dan samen met je vangnet een manier om dit slaapgebrek later te compenseren. Slaap in shifts, regel een oppas of iets anders.

 

3. Pak elke dag 15 minuten voor jezelf
Waar en met welk doel is aan jou. Voorwaarde is dat iedereen weet dat dit ‘jouw’ moment is. Niet storen, dus. Vind je dit moeilijk? Begin dan met een wekker, lees 1 artikel of neem extra de tijd bij het aankleden.  Hoe je het ook doet, gun jezelf dit!

 

4. Besteed aandacht aan je lijf en je uiterlijk
En dan bedoel ik niet met hoge hak of in pak, op naar de kinderboerderij. Zorg dat je jezelf zonder shock of zucht in de spiegel bekijkt. Verwen jezelf. Ga naar de kapper, schoonheidsspecialist of koop een lekker luchtje, creme, badschuim of nieuwe outfit. Dat, wat past bij jouw behoefte en jouw portemonnee. Je verdient het!

 

5. Kom in beweging
En dan bedoel ik niet ‘sporten’. Want ‘daar heb ik geen tijd voor’ en ‘ik ben niet zo’n sporter’ en ‘wat dan?’ enzo. Sporten als doel biedt teveel excuses. Wat dan wel? Haal je kind met de benenwagen op van school. Pak de fiets of ga lopen naar het centrum. Ga naar het bos, strand etc. Niks voor jou? Ook in dierentuinen, attracties en musea leg je ongemerkt kilometers af. Ga je dan alsnog sporten, mooi!

 

6. Wees duidelijk in je behoeften naar je omgeving
Wat heb jij nodig om je goed te voelen? Deel het. Alleen dan kan je omgeving je dit geven. Wanneer jij vertelt wat je fijn/leuk/lekker/moeilijk/irritant/belangrijk vindt, kan je omgeving hier op inspelen. Doe je dit niet, dan kunnen anderen hier ook geen rekening mee houden.

 

7. Plan naar wat jij en je kinderen aankunnen
Op een ren en vlieg dag komen jij en je gezin niet tot rust. Als je dit soort dagen inplant, doe dit dan bewust. Bereid je er op voor en plan een niks-dag erna. Want ook oudere kinderen hebben vaak de tijd voor zichzelf nodig om weer op te laden. En dat is ok.

 

8. Lach en maak plezier
Door met elkaar te lachen en activiteiten te doen waar jullie allemaal blij van worden, zonder strak programma, kom je dichter tot elkaar. Doordat je in het moment komt en ontspant, in plaats van met morgen bezig te zijn, laadt jij direct op.

 

Gemakkelijke tips? Zeker. Nu nog doen.
Want zeg nou zelf, als jij niet goed voor jezelf zorgt, waarom zouden anderen dat dan wel doen? Blijkbaar hecht jij daar geen waarde aan.

Als jij dan ontploft over wat niet gedaan is/gezien of rekening mee gehouden, dan ontvang je meestal verontwaardiging en weerstand van die ander: ‘hoe moet ik dat nou weten?’

Dus, houden ze geen rekening met je, wordt je niet gezien of gehoord? Vraag je dan voor je boos wordt eerst af: “Hoe vol is mijn beker op dit moment? Wat heb ik nodig? En heb ik dit voldoende met de ander gedeeld?”